Vergeet ze niet: Fien de la Mar
Hoe kom je het beste over op het toneel en waar moet je het over hebben? In de zoektocht naar antwoord op deze vragen kijk ik veel naar oudere artiesten. Stuk voor stuk inspiratiebronnen waar ik op kan voortborduren. In deze serie stel ik je voor aan theaterhelden van weleer. Deze keer een ‘grande dame’ van het Nederlandse toneel, cabaret en film: Fien de la Mar.
Het komt niet vaak voor dat iemand vernoemd wordt naar Joséphine de Beauharnais, de vrouw van Napoleon Bonaparte. Dit kan gebeuren als je grootvader de Franse keizer bewondert, zijn zoon al Napoleon noemde en hij deze lijn wil doorzetten. Fien de la Mar, aanvankelijk Klopper, omdat haar ouders niet getrouwd waren, overkwam het. Haar leven begon in 1898 zo theatraal als het maar kon, want haar vader en grootvader waren ook nog beiden acteur.
Het zou daarom gek zijn geweest als Fien zelf niet aan het toneel was gegaan. Ze begon op haar zeventiende dankzij haar vader bij het Hollandsch Operette Gezelschap, waar ze eerst nog niet zo goed werd gevonden. Door het toen nog nieuwe medium film werd ze pas een echte ster. In de klassieker De Jantjes maakte ze haar debuut op het witte doek. Haar jonge uiterlijk maakte dat ze een hele poos liefkozend Fientje de la Mar werd genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog wilde ze daarvan af. Ze was het ontgroeid en een grootheid geworden.
Wat niemand durfde dromen
Is eindelijk gekomen
De filmartiesten stromen
Naar Duivendrecht met spoed
Waar kool en kropsla groeien
En madeliefjes bloeien
Zie je de lampen gloeien
Van ons Hollands Hollywood
Naast zingen en spelen in revues, operettes en films, speelde Fien ook met gemak serieuze teksten van toneelschrijvers waar ze nog nooit van had gehoord. Tijdens de derde uitvoering van een nieuw stuk improviseerde ze er al op los. Alles deed ze intuïtief. Dat is precies de definitie van het woord ‘natuurtalent’: dit was honderd procent op haar van toepassing. Ze bewees al snel dat ze werkelijk alles kon in het theatervak. Veel van haar leren lukte volgens collega’s echter niet, omdat ze eigenlijk maar wat deed.
Fien stond ook bekend om haar bijzondere uitspraken en flamboyante verschijning. Ze was ontzettend geestig en nietsontziend. Toen iemand tegen haar zei dat ze er niet jonger op was geworden, antwoordde ze: “Ach, meneer. U bent nog steeds dat kleine, venijnige, gemene mannetje van vroeger.” Of in een woordenwisseling met actrice Hetty Blok: “Het is helemaal niet leuk om ruzie met jou te maken. Je trekt je neus op en je snuift maar wat. Je laat nooit eens je baaien rok zien.” Ze stond verbaal haar mannetje wel. Maar ze maalde veel.
Zo geniaal als Fiens werk was, zo moeilijk was haar privéleven. Haar karakter zat haar erg in de weg. Of zoals cabaretchroniqueur Wim Ibo het ooit bondig samenvatte: “Fien de la Mar was een kreng van een mens. Ze was geniaal met alle schaduwzijden daarvan.” Joekie Broedelet, een actrice die Fien al kende vanaf haar achttiende, legde het wat genuanceerder uit. “Ze kwam uit een echte Amsterdamse komediantenfamilie. Haar vader was een geniaal acteur, maar dronk, net als haar moeder, zeer veel. Ik denk dat ze daardoor haar lastige karakter had.” Kortom, ze was erfelijk belast, zowel in goede als in kwade zin. Zelf prees ze haar vader altijd. Haar lijflied werd hierdoor eentje van Jacques van Tol en Hans May, met een toepasselijke tekst.
Ik wil gelukkig zijn
Ik wil dansen tot ik niet meer kan!
Al word ik er draai’rig van
Dat hindert niet!
Dat hindert niet!
Als ze het moeilijk had, kon ze zich wel altijd optrekken aan haar grote liefde, Piet Grossouw, tot hij op 9 april 1957 overleed. Fien raakte daarna in een depressie waar ze niet meer uitkwam. Met het openzetten van de gaskraan en het doorsnijden van haar polsen deed ze haar eerste zelfmoordpoging, waar ze een verlamde hand aan overhield. Ze begon ook te drinken, belde voortdurend mensen op om te vertellen hoe ze zich door het ouder worden miskend voelde en maakte het door haar onhandelbare gedrag onmogelijk om nog veel rollen te spelen. En dat terwijl ze nog steeds door eenieder bewierookt werd.
Begin jaren 60 maakte ze nog een kleine comeback op televisie, maar op Eerste Paasdag 1965 sprong ze uit een raam. Enkele dagen later overleed ze. Zo zie je maar: het is niet enorm benijdenswaardig om een groot talent te zijn.
Je hebt zoveel goeds voorbij laten gaan
En zoveel moois voorbij laten gaan
Je hele leven voorbij laten gaan
Voorbij
Meer weten?
- Ibo, W. (1971, 29 mei). Namen die je nooit vergeet: Fien de la Mar. Hilversum: Katholieke Radio Omroep.
- Klöters, J. (1991). Omdat ik zoveel van je hou. Nederlandse chansons en cabaretliederen 1895-1958. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar.
- De Maijer, S. en Mutsaers, E. (red.) (2009, juni). Een leven lang theater: Fien de la Mar. Naar: http://www.levenlangtheater.nl/fien%20de%20la%20mar/.
- Rollema, E. (2022). Over Fien de la Mar. Naar: https://www.elskerollema.nl/over-fien/.
- Theaterencyclopedie. (2022). Fien de la Mar. Naar: https://theaterencyclopedie.nl/wiki/Fien_de_la_Mar.
- Verbraak, C. (1990, 10 en 17 april). Coupe Soleil: Voorbij [radiodocumentaire over Fien de la Mar]. Hilversum: Nederlandse Christelijke Radio Vereniging.
Deze column is geschreven door Theaterartiest, schrijver en verhalenman Bas van der Heide en is onderdeel van de serie ‘De Makerscolumn’ die wekelijks hier verschijnt. Meer zien van Bas van der Heide?