In mei 1945 schreef de Roemeense dichter Paul Celan (1920-1970) het gedicht Todesfuge, over de verschrikkingen van de holocaust en concentratiekampen. Het gedicht wordt gezien als dé poëtische ‘vertaling’ van de Holocaust. Todesfuge staat centraal in een tentoonstelling die vanaf 11 december in het Joods Historisch Museum te zien is. In 2020 is het precies 100 jaar na Celans geboorte en 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz.
Celan overleefde verschillende werkkampen, zijn ouders overleefden de oorlog niet. In de eerste jaren na de oorlog, kon zijn poëtische beschrijving van een concentratiekamp niet op veel begrip rekenen. Tegenwoordig wordt Celan juist beschouwd als een van de grootste dichters van de 20e eeuw.
Todesfuge is in meer dan veertig talen vertaald en is een van de meest gepubliceerde en besproken Duitstalige gedichten. Een van de drie originele exemplaren van het gedicht bevindt zich in de collectie van de Nederlandse hoogleraar Paul Sars. Dit document vormt de kern van de tentoonstelling die zich richt op het leven van Celan, op de betekenis en ontvangst van Todesfuge en op de impact van het gedicht op andere kunstenaars.
Afbeelding: portret Paul Celan, zwarte en bruine inkt, digitaal bewerkt, N.C. Mallory (NCMallory)
Voor meer informatie en tickets kun je een kijkje nemen op de website van het Joods Cultureel Kwartier.