Aziatische vrouwen eisen hun verhaal terug in ‘Madame Butterfly’ van Theater Oostpool

Char Li Chung neemt in zijn radicale herinterpretatie van Puccini’s Madame Butterfly niet alleen afscheid van de klassieke aria’s, maar ook van de hardnekkige stereotypen waarin Aziatische vrouwen al meer dan een eeuw gevangen zitten. In zijn kenmerkende, directe stijl maakt hij het publiek medeplichtig aan een pijnlijke deconstructie van oriëntalistische fantasieën. Dat doet hij zonder enige terughoudendheid, en daarin ligt precies zijn kracht.

De voorstelling ontvouwt zich in drie contrasterende delen, elk met een eigen dynamiek en betekenis. Het eerste deel biedt een subtiel en realistisch inkijkje in het dagelijks leven van twee Chinese tieners in 1904, het jaar waarin Puccini’s opera werd uitgebracht. Dit fragment lijkt op het eerste gezicht eenvoudig, maar blijkt essentieel: juist het gebrek aan nadrukkelijke symboliek zorgt ervoor dat de scène zo krachtig blijft hangen. Door het alledaagse centraal te stellen, laat Chung zien wat opera en theater traditioneel vaak over het hoofd zien: dat echte verhalen zelden passen binnen exotische fantasieën.

Het tweede deel is expliciet en provocatief. Actrice Cystine Carreon, overtuigend en intens, navigeert scherp door Puccini’s plot heen. In plaats van de gebruikelijke romantiek rondom kersenbloesems en kimono’s, is haar interpretatie een bewuste confrontatie met de racistische en seksistische clichés waarin Cio-Cio-San, en daarmee talloze Aziatische vrouwen, werden gevangen. Chung kiest bewust voor directheid, recht voor zijn raap, zonder verzachtende nuances. Carreon claimt haar rol én haar lot, en eist luid en duidelijk haar eigen stem op. Deze compromisloze aanpak werkt verfrissend en maakt duidelijk dat het tijdperk van passieve representatie voorbij is. Haar indrukwekkende zang fungeert als zowel een ode aan als kritiek op het bronmateriaal—een paradox die diep raakt en kijkers confronteert met hun eigen impliciete vooroordelen.

Het slotdeel, misschien wel het meest uitdagend, confronteert ons met de vraag wat overblijft wanneer stereotypen en verwachtingen worden verwijderd. De vrouwen staan oog in oog met een toekomst waarin ze hun eigen verhalen moeten vormgeven. Dit besef is bevrijdend, maar brengt ook een zekere onzekerheid en verantwoordelijkheid met zich mee. Het nodigt uit tot reflectie: hoe politiek moet kunst zijn om relevant te zijn? De performers verschijnen nu in denim en alledaagse kleding; alle decor en exotische referenties zijn verdwenen. Wat overblijft is naakt, kwetsbaar en vol potentie. Chung benadrukt hiermee de cruciale vraag: wie bepaalt wat representatie betekent, en wat is de rol van de kunstenaar hierin?

Chung’s regie is scherp en authentiek; hij vertrouwt volledig op de kracht en het talent van zijn performers en de kritische blik van zijn publiek. Zijn versie van Madame Butterfly is een noodzakelijke correctie op een narratief dat te lang onbetwist bleef. Zonder symbolische omwegen brengt hij Aziatische representatie prominent naar voren op de Nederlandse theateragenda. Met Madame Butterfly creëert Char Li Chung ruimte voor een gesprek dat noodzakelijkerwijs ongemakkelijk moet zijn, omdat verandering altijd met ongemak begint. Dit stuk biedt niet alleen een reactie, maar opent actief deuren voor nieuwe, authentieke verhalen. Daarmee verandert niet alleen het theater, maar misschien ook de manier waarop het publiek kijkt naar representatie en identiteit.


Vorige
Vorige

Dora Tuynman in de avant-garde: genegeerd, vergeten, herontdekt

Volgende
Volgende

Oerol 2025, spannende mix van gevestigde makers en experiment.