Vergeet ze niet: Louis Davids

Louis_Davids_1928.jpeg

Hoe kom je het beste over op het toneel en waar moet je het over hebben? Ik kijk in de zoektocht naar antwoord op deze vragen veel naar oudere artiesten. Stuk voor stuk inspiratiebronnen waar ik op kan voortborduren. In deze serie stel ik je voor aan theaterhelden van weleer. Deze keer ’s lands eerste revuester: Louis Davids.

Dat is de kleine man
De kleine burgerman
Zo’n doodgewone man
Met een confectiepakkie an

Deze zinnen zijn afkomstig uit een liedje dat Louis Davids voor het eerst zong in 1929. Jacques van Tol was verantwoordelijk voor de tekst: hij schreef in die tijd heel veel kleinkunstliederen. Louis bezong de gewone man en stak tegelijk de draak met het gezag. Het tekent zijn werk: revolutionair en geëngageerd. Toen hij dit zong, was hij zelf een grote man. Maar hij kwam van ver.

Aan het einde van de 19de eeuw groeide Louis op als Simon David in een arbeidersbuurt in Rotterdam. Zijn ouders reisden als artiesten met de kermis mee en ze leefden een armoedig bestaan. Kermissen bestonden alleen in de zomer en in de wintermaanden zat men zonder werk. Louis ging al snel met zijn ouders mee, voor wat extra geld. Hij trad in zijn kinderjaren op als ‘miniatuurkomiek’. Hij was een wonderkind, zei men. Iets later besloot hij op te gaan treden met zijn zus Rika (en later met zijn andere zus Heintje). Ze mochten spelen in de revue van Frits van Haarlem in Carré: optreden in dat theater was toen ook al een eer. Na een tijd werden ze echter weggestuurd, omdat ze te oud waren.

Ja, zo’n reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn
Samen in de maneschijn, schijn, schijn
 

Louis bleef in de jaren daarna bedelen om een rolletje in de nieuwe revues, maar voor Van Haarlem was het risico te groot. Mensen kwamen niet kijken naar een kermisartiest. Een bezoek aan Engeland veranderde het leven van Louis. Daar zag hij grote variétéshows en dat wilde hij in Nederland ook. Hij overtuigde de directeur van Carré om met hem in zee te gaan en hij vierde grote successen, samen met Rika en zijn kersverse echtgenote Betsy.

 Tijdens een toer in Engeland ontmoette hij Margie Morris. Zij werd zijn minnares, omdat zijn eerste vrouw weigerde te scheiden. Margie en Louis schreven succesvolle liedjes, en de nog altijd bekende musical De Jantjes. Louis kon zich echter moeilijk concentreren op één ding. Dat bleek ook weer bij deze relatie, want enkele jaren later had hij alweer een ander. Ook toen hij later directeur werd van een theater – dit wordt gezien als een hoogtepunt van zijn carrière – voelde hij zich algauw verloren.

Had je niet die mooie, blauwe ogen`
Had je niet dat ravenzwarte haar
Dan was ik er nimmer ingevlogen
Was er nimmer voor mijn rust gevaar

 

Zocht hij naar vrijheid? In de jaren die volgden deed hij daarom weer revues, speelde hij in films, werd hij even ‘serieus’ acteur (maar dat pikte het publiek niet, hij was immers komiek!) en leidde hij het Kurhauscabaret in Scheveningen. Hij werd geroemd omdat hij op de bühne een ‘echt mens’ was. Zijn liveoptredens schijnen fenomenaal te zijn geweest. De mensen keken tegen hem op maar het was moeilijk om met hem te werken. Hij was zeer veeleisend en bot.

We gaan naar buiten
Waar de vogeltjes fluiten

In 1937 werd hij ziek. Zijn astma speelde steeds meer op. Dit probeerde hij te onderdrukken door iedere dag te spoelen met het zoute, Scheveningse zeewater. Het mocht niet baten. Zijn conditie verslechterde en heel Nederland was in rouw toen hij op 1 juli 1939 overleed.

Ik breng mijn weekend door met jou in Scheveningen
De zee is lauw, de lucht is blauw in Scheveningen

Louis Davids was een vechter. Dat bewonder ik enorm. Vechten om te kunnen doen wat je het liefste doet is van alle tijden. En opkomen voor minderheden is nog steeds belangrijk. Of ik met hem had willen werken, moeilijk als hij was? Nee, naar hem kijken of naar hem luisteren is veel leerzamer.

Meer weten?

Bas_vander_Heide_theater_2.png

-   Cats, M. [regie] (2003, 29 januari). Het uur van de Wolf: Louis Davids. Hilversum: Nederlandse Programma Stichting.
-   Klöters, J. (1991). Omdat ik zoveel van je hou. Nederlandse chansons en cabaretliederen 1895-1958. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar.
-   levenlangtheater.nl. (2008). Louis Davids. Amsterdam: Stichting Theater in Nederland.
-   Pelger, L., Waale, R. (1980). Louis Davids: de mooiste liedjes. Amsterdam: De Harmonie.

Deze column is geschreven door Theaterartiest, schrijver en verhalenman Bas van der Heide en is onderdeel van de serie ‘De Makerscolumn’ die wekelijks hier verschijnt. Meer zien van Bas van der Heide?

Bas van der Heide

Theaterartiest, schrijver, verhalenman
“Sinds 2009 – vanaf mijn tiende - ben ik actief als theaterartiest. Vanaf die tijd heb ik in diverse producties rollen gespeeld. In 2019 rondde ik de opleiding acteur af aan het Noorderpoort in Groningen. Dat jaar speelde ik ook solo op cabaretfestival Cameretten.

Daarna ben ik mijn horizon gaan verbreden en kwam erachter dat alles waar ik geïnteresseerd in ben te maken heeft met het vertellen van verhalen. Ik studeer tegenwoordig journalistiek, doe archiefonderzoek, maak een podcast en schrijf columns en theaterteksten.”

https://www.basvdheide.nl/
Vorige
Vorige

De kracht en ontkrachting van social media

Volgende
Volgende

Diederik Kreike is de winnaar van de Joop Mulder Plak 2021 met a queer.obj