Musical Eiffel – Een staalconstructie vol ambitie, maar niet zonder scheuren
Het is altijd een feestje als een nieuwe, originele musical de planken bereikt. Eiffel, geregisseerd door Fons van Rongen, brengt het verhaal van Gustave Eiffel en zijn iconische toren naar het theater. Een ambitieus project, zowel qua thematiek als uitvoering, dat veel te bieden heeft aan liefhebbers van Parijs, romantiek en het klassieke musicalgenre. Toch roept de productie ook vragen op over de focus en samenhang van het verhaal.
De musical opent in het kantoor van Gustave Eiffel, fraai vormgegeven door decorontwerper Eric van der Palen. Hier wordt het plan voor de toren besproken, maar – en dit was verwarrend – het decor toont de constructie van de toren al. Deze keuze, wellicht ingegeven door praktische beperkingen van een reizende productie, ondermijnt de dramaturgische logica en het verrassingselement.
Het script van Max Roijé zoekt het hart van het verhaal in de relatie tussen Eiffel en zijn dochter Claire. Claire, gespeeld door Soraya Gerrits, wordt neergezet als een krachtige en onafhankelijke vrouw die haar tijd ver vooruit is. Ze weigert zich neer te leggen bij de rol die de samenleving in de jaren 1880 aan vrouwen oplegt en wil blijven werken, zelfs na haar aanstaande huwelijk. Gerrits brengt deze strijd met veel overtuiging en een energieke scherpte die het publiek direct aan haar kant krijgt. Haar personage is een baken van moderne emancipatie, maar juist daarin ligt ook de moeilijkheid.
Hoewel haar emancipatoire strijd inspirerend is en zeker relevant voelt voor een hedendaags publiek, rijst de vraag of deze verhaallijn niet té modern is in de historische context van de jaren 1880. Het lijkt alsof Claire’s opvattingen en acties zijn gevormd door een 21e-eeuwse bril, wat haar loskoppelt van de maatschappelijke realiteit waarin ze zich beweegt. Dit zorgt ervoor dat haar strijd minder geloofwaardig aanvoelt binnen de historische setting van de musical.
Daarbij leidt haar verhaallijn de aandacht af van wat het emotionele hart van de musical had kunnen zijn: Gustave Eiffel’s gevecht met de weerstand vanuit de Parijse samenleving en zijn persoonlijke worstelingen om zijn droom te realiseren. Een meer historisch verankerde focus, waarbij Claire’s verhaal sterker verweven was met de sociale en economische context van de bouw van de Eiffeltoren – zoals de klassenstrijd tussen de elite en de arbeiders – had het verhaal zowel meer diepte als samenhang gegeven.
Dit betekent niet dat Claire’s rol onbelangrijk is; integendeel. Haar verlangen naar onafhankelijkheid en erkenning had een krachtige spiegel kunnen zijn voor Gustave’s eigen ambitie. Maar door haar emancipatieverhaal zo prominent en modern te maken, verliest de musical grip op de historische kern van het verhaal, en daarmee een deel van zijn impact. Het voelt alsof Eiffel op dit punt te veel probeert: een hedendaagse boodschap over gendergelijkheid integreren zonder dit volledig in de historische realiteit te gronden.
De toevoeging van Marguerite Eiffel (Valerie Curlingford), de overleden vrouw van Gustave, introduceert een bovennatuurlijk element dat in deze productie niet voldoende overtuigt. Als geest verschijnt zij om Gustave te begeleiden en hem inzichten in zijn leven en keuzes te geven. Hoewel dit op papier een interessant contrast kan bieden met het realisme van de bouw van de Eiffeltoren, komt het op het podium over als een dramatisch gemakzuchtige oplossing.
Curlingford speelt haar rol met een ingetogen charme en weet het etherische aspect van Marguerite overtuigend over te brengen. Toch voelt haar aanwezigheid in het verhaal overbodig en zelfs storend. In plaats van een authentieke innerlijke strijd bij Gustave te laten zien, worden zijn reflecties en openbaringen aan de hand van Marguerites gefluister bijna letterlijk ingegeven. Hierdoor ontbreekt de emotionele urgentie die nodig is om het publiek echt mee te nemen in zijn worsteling. En de zin ‘Zo praat je toch niet tegen je dode/ overleden vrouw’ die zij uitspreekt voelt als een goed voorbeeld dat sommige aspecten te letterlijk worden uitgelegd in het script.
Het verhaal had veel meer kracht kunnen hebben als zijn inzichten via zijn kinderen waren gekomen. Claire, die duidelijk strijdt met haar eigen dromen en verwachtingen, had bijvoorbeeld een spiegel voor haar vader kunnen zijn. Of misschien had haar broer of haar zus met Gustave de kans kunnen krijgen om een katalysator voor verandering te zijn. Dit zou niet alleen de relatie tussen vader en kinderen verdiept hebben, maar ook een rijker emotioneel landschap hebben geschetst. Bovendien zou het de band tussen Gustave en zijn familie sterker hebben verankerd in menselijke, herkenbare emoties, in plaats van deze over te laten aan een geest.
Een dergelijke benadering had ook meer balans gebracht in het verhaal. Marguerites rol voelt nu als een artificieel middel om informatie aan de kijker over te dragen, terwijl haar afwezigheid (als overleden moeder) eigenlijk al een krachtige onderstroom in het verhaal had kunnen vormen. Dit geeft ruimte voor de levenden – Gustave, Claire, en haar broer – om hun rouw, liefde en conflicten direct uit te werken, wat zowel de diepgang als de focus van de musical had versterkt.
Dennis Willekens in de rol van Consigny, Eiffels rechterhand die aan de ene kant zorgt dat de toren er komt maar daardoor ook de toren in gevaar brengt en als verrader wordt gezien, heeft een moeilijkere taak. Hoewel Willekens zijn best doet om Consigny nuance en gewicht te geven, blijft de motivatie achter zijn daden te vaag. Wat drijft hem tot deze acties? Is het ambitie, jaloezie, frustratie over Eiffels focus op de toren? Dit wordt niet duidelijk genoeg uitgewerkt in het script, waardoor zijn acties onverwacht en onevenwichtig overkomen. Met een sterker geschreven achtergrond voor Consigny had deze verhaallijn een krachtige dramatische laag kunnen toevoegen, maar nu blijft het helaas oppervlakkig.
Ook zien we Roman Brasser Marcel spelen, een jonge arbeider die net in Parijs is aangekomen met grootse dromen. Hij wil zijn geliefde een beter leven schenken, maar zijn verhaal voelt te gehaast en voorspelbaar. Al vroeg in de musical waarschuwt zijn vriendin hem om voorzichtig te zijn, en daarmee wordt het lot dat hem later treft bijna letterlijk aangekondigd. Dit maakt zijn tragische einde – hij valt van de toren – minder impactvol en emotioneel dan het had kunnen zijn. Het is jammer dat deze verhaallijn niet verder is uitgewerkt. Marcel had een krachtig symbool kunnen worden voor de arbeiders die de Eiffeltoren daadwerkelijk bouwden, met meer nadruk op de risico’s, offers en trots die gepaard gingen met het realiseren van dit technische wonder.
Het is vooral spijtig dat zowel Marcel als zijn vriendin in de tweede helft van de show bijna verdwijnen, terwijl ze in het begin juist beloftevol worden geïntroduceerd. Dit jonge stel speelt goed en had veel jonge energie kunnen geven wat zou kunnen staan voor een bruisende stad waar veel mensen nieuwe kansen komen zoeken. Door meer ruimte te geven aan hun verhaal, had de musical een menselijker perspectief kunnen bieden op de uitdagingen en dromen van de gewone arbeiders – een contrast dat de grootse visie van Gustave Eiffel des te krachtiger had gemaakt.
Wel brengt Ruben van Keer met zijn vertolking van Adolphe, Claire’s verloofde, een licht en komisch element in de musical. Als wat onhandige, nerveuze medewerker van Gustave Eiffel speelt hij overtuigend het ongemak van een jongeman die zijn liefde probeert te balanceren met de angst voor zijn strenge baas – en toekomstige schoonvader. Van Keer weet met charmante timing en subtiele humor de spanning tussen zijn verlegenheid en oprechte genegenheid voor Claire voelbaar te maken, wat hun romance een innemend en vermakelijk aspect geeft.
Toch waren er momenten waarin de magie van het theater een steekje liet vallen. Overgangen tussen scènes voelden soms rommelig, en er waren technische foutjes zoals te vroege black-outs, die afbreuk deden aan de immersie. Het zijn slordigheden die hopelijk in de loop van de speelperiode gladgestreken worden.
Wat blijft hangen is de vraag: waarom moest dit verhaal nú verteld worden? Het leven van Gustave Eiffel en zijn bouwwerk bieden voldoende materiaal voor een boeiende vertelling, maar de huidige productie probeert te veel tegelijk. Met een strakker gefocust script – bijvoorbeeld op de spanningen tussen Eiffel en de Parijse elite of de sociale dynamiek met de arbeiders die de toren bouwden – had deze musical een steviger fundament gehad.
Desondanks is Eiffel een aanrader voor liefhebbers van de romantiek van Parijs, het eeuwige thema van vaders en dochters, en klassieke musicals vol zang en spektakel. Als je houdt van Parijs, romantische verhalen en een vleugje nostalgie, dan is Eiffel de perfecte keuze voor een avond theaterplezier. Het is een voorstelling die je met een glimlach en misschien zelfs een beetje verwondering de zaal doet verlaten, met een nieuwe blik op het verhaal achter een van de meest iconische bouwwerken ter wereld. Stokbroden, staal en liefde: Eiffel biedt het allemaal.