Thanks, Rona 

Daar zijn we dan: een jaar verder en nog altijd in teken van Rona-19. Veel ellende en gedoe, maar ergens ben ik daar ook dankbaar voor. Waarom? Het was mijn eerste jaar als maker. Nou ja, songwriter.

02_6C5B0387-Marije_bewerkt kopie.jpg

Ik was tot vorig jaar voornamelijk bekend met een wereld van uitvoeren. Het uitvoeren van andermans muziek, choreografieën, teksten en concepten. Je probeert iets altijd eigen te maken en je dusdanig in te leven dat het overkomt als jouw verhaal. En absoluut, als je daarin slaagt is dat iets magisch, zowel om te zien als te ervaren. Maar wát een verschil om zelf te schrijven, en dan ook nog uit te voeren!  

Ik ben altijd ver weg gebleven van het makerschap met het idee dat het doodeng zou zijn, en ik het niet zou kunnen. Maar in de eerste paar Rona-maanden heb ik het schrijven ontdekt, en ik weet nu hoe bevrijdend het is om woorden te geven aan je gevoelens. Gedachtes niet te laten doorratelen maar om te zetten in kunst, in mijn geval muziek. Ik begrijp mezelf beter, durf te staan voor wat ik uitdraag, en hoe mooi is het als anderen zich dan ook nog kunnen vinden in jouw creaties?!

Waar ik als mens tegenaan loop, kan ik als maker ook opeens fantastisch mee dealen. Anders dan wanneer ik dat in een cover of monoloog uitte, waar je je toch enigszins verschuilt achter iets wat ‘nou eenmaal zo is geschreven’. Zo heb in mijn leven veel energie besteed, oftewel verloren, aan people pleasen. Maar kan nu opeens a big f* you song schrijven waar Lily Allen trots op zou zijn. Of het rouwen om mijn vader. Destijds heb ik niet diep gevoeld en geheeld wat er toen in me omging. Ik was ook ‘maar’ 24 jaar, het was te groot. Nu 5 jaar later heb ik er nummers over geschreven en kon ik al mijn emotie erin stoppen. Zo’n opluchting! Een paar prachtige helende weken waren dat in de eerste lockdown. Oké. Eerlijk is eerlijk, het uitbrengen maakt het menselijk, tastbaar, en dus weer even doodeng. Want wie zit er nou te wachten op zo’n tranentrekker?! Maar goed, er bestaat ook weer zo iemand als een Adele met 80 miljoen fans, dus adem in en springen! 

Als ik eenmaal de juiste klanken en woorden vind voor een nummer kan ik er helemaal in opgaan. Ik vergeet de tijd, vergeet te eten en raak mijn telefoon niet meer aan. Verslavend, zo’n creatieve bubbel. Maar ik wens iedereen zo’n bubbel toe, een eigen ‘void’. Waar plaats en tijd vervliegen, en waarin je alles bent wat je naast jouw void nog niet volledig durft te zijn. Misschien geniet ik daarom zo van Rupaul’s Drag Race; queens die helemaal opgaan in hun creaties van bizarre en unieke nagels tot precies de juiste panty, tot aan uren gezichten beschilderen (maar dan misschien niet zoals Utica’s snatchgame), om zich uiteindelijk te ontpoppen tot iemand die de hele wereld en al haar misère aankan. 

Anyway: go find your void kings and queens, en misschien maakt het jouw lockdown ook een stuk dragelijker. Vind het in dansen, schilderen, lezen, make-uppen, wandelen of voor mijn part sleutelen aan een auto - maar gun het jezelf.

Love, May.

Deze column is geschreven door Actrice en singer-songwriter Marije van Sonsbeek en is onderdeel van de serie ‘De Makerscolumn’ die wekelijks hier verschijnt. Meer zien van Marije?

Marije van Sonsbeek

Hoi, ik ben Marije, zangeres en actrice uit Rotterdam. Fanatieke sporter en groot liefhebber van o.a. Dragrace, Linde Schöne en Ben Platt. Sinds Covid ben ik mijn eigen muziek gaan schrijven en produceren als May Evans, en ik voel mij hier al helemaal in thuis. Inmiddels is er een visueel album in de maak, waar ik mijn werk als zangeres, maker en actrice ga combineren - spannend! Dit komt naar verwachting in september uit.”

https://www.marijevansonsbeek.com
Vorige
Vorige

Kabinet Maas I

Volgende
Volgende

Lentekriebels